Door de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bestond er tijdens de Koude Oorlog een kans op een nucleaire oorlog. Om Amsterdammers hier enigszins voor te beschermen, werden er sinds 1952 op relatief drukbezochte plekken in de stad door het stadsbestuur atoomschuilkelders gerealiseerd. Zo waren er onder andere schuilkelders bij het Centraal Station, de Dam en het Rokin. Daarnaast werden er in 1977 atoomschuilkelders aangelegd in metrostations van de Oostlijn. Na het afgaan van het luchtalarm zouden voorbijgangers in deze plekken kunnen schuilen voor een atoom- of waterstofbom.
Op de eerste afbeelding is een kaart van Amsterdam uit 1983 met een overzicht van atoomschuilkelders te zien. Hierop zijn de schuilkelders ingetekend die al waren opgeleverd of nog in voorbereiding en in uitvoering waren. NB als je goed wilt kunnen inzoomen op de kaart klik dan op de link bij Herkomst.
Alhoewel Amsterdam sinds de Tweede Wereldoorlog 234 schuilkelders bezat, waren deze echter vaak niet bestand tegen een eventuele nucleaire aanval. Atoomschuilkelders moesten namelijk burgers beschermen tegen de stralingen bij kernexplosies. Hiervoor waren dikke, betonnen muren en luchtfilteringssystemen noodzakelijk. Op de tweede foto zie je een toegangsdeur tot een schuilkelder, die burgers bescherming moest bieden.
Tegenwoordig hebben vrijwel alle schuilkelders een andere functie gekregen of zijn ze onbruikbaar geworden.