Amsterdam
Bron

In deze bron zie je een pagina uit de financiële administratie van Gerrit Boon, een agent van de Holland Land Company (HLC).

Het document laat zien dat Gerrit Boon een hele familie bezat van zwarte mensen, inclusief de ouders en hun vier kinderen, waarvan de jongste zeven maanden oud was. De diensttijd is alleen genoteerd voor de ouders, Jack en Nancy, (7 jaar) en voor hun 17-jarige dochter Bella, die het langst van allemaal zou hebben moeten werken (15 jaar). Rechts staat hun aankoopprijs en hieronder staan ​​de uitgaven voor de aanschaf van kleding voor Jack, Nancy en Peter, de oudste zoon. Uit een andere bron weten we dat toen een van de slaven van Boon ontsnapte, Boon naar New York reisde om ze te vinden en terug te brengen. Om wie het precies ging weten we niet.

Aankoopwaarde van mensen

Het tweede document is afkomstig uit de administratie van de Holland Land Company-nederzetting Cazenovia, vernoemd naar Holland Land Company-agent Theophile Cazanove. Het document omvat de aankoopwaarde van een zwarte man en vrouw voor een dienstperiode van zes jaar. Over deze tot slaaf gemaakte mensen staat verder geen informatie. Hun namen worden niet genoemd.  

Het derde document is een kort krantenartikel. In het archief van de Holland Land Company zitten veel krantenknipsels die kennelijk de moeite waard gevonden werden om te bewaren, al weten we niet precies door wie en wanneer. Om risico's en commerciële kansen op waarde te schatten waren informatie en nieuws over de plaatselijke omstandigheden belangrijk voor het bedrijf. Dit knipsel gaat over de zelfmoord van een zwarte tot slaaf gemaakte man, eigendom van een Fransman, in het bijzijn van zijn vrouw en kind in de stad Trenton. De mogelijke oorzaak van zijn dood wordt samengevat als “zelfmoord veroorzaakt door de angst voor slavernij”.

Verborgen documenten over slavernij

De inventaris van het archief van de Holland Land Company maakt nagenoeg geen vermelding van slavenarbeid voor doeleinden van de Company zelf. Dit kan te maken hebben met het perspectief van de samenstellers van het archief, de mannen van de HLC zelf. Het kan ook te maken hebben met het feit dat tegen het einde van de achttiende eeuw het aantal tot slaaf gemaakten in de staten New York en Pennsylvania was afgenomen en de omstandigheden voor vrije zwarte mannen en vrouwen verbeterden.

Er zijn waarschijnlijk nog meer documenten in het archief aanwezig die iets vertellen over slavernij. Waarschijnlijk maakten ook andere agenten gebruik van arbeid van tot slaaf gemaakten. Uit het tweede document in deze bron over Cazenovia blijkt bijvoorbeeld dat de tot slaaf gemaakten nodig waren om mee te helpen aan de verdere opbouw van de nederzetting.

Tegelijkertijd was de HLC ook een bolwerk van leidsmannen uit de patriottenbeweging. Deze politieke richting kende juist ook pleitbezorgers voor afschaffing van de slavernij. In Amerika werd het overigens niet als hypocriet gezien om tegelijkertijd te geloven in vrijheid en gelijkheid en ook slavenhouder te zijn. Zo bezat George Washington zo’n driehonderd slaven. 

Herkomst

Datering

1796

Collectie

333-48 Archief van de Holland Land Company

Organisatie

Stadsarchief Amsterdam

Nummer

A28741000097

Link

https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/333/1.2.1.1.1/start/90/limit/10/highlight/7

Gerelateerde thema's

De Holland Land Company

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen