Vanaf het moment dat de eerste plantages in Suriname werden aangelegd, was er verzet van de slaafgemaakten die er moesten werken. Verzet kende vele vormen. Vluchten van de plantage was de belangrijkste. Gedurende vrijwel de hele achttiende eeuw voerde het Nederlandse koloniale bestuur een bloedige oorlog met de Marrongemeenschappen.
Vanaf 1760 werden verschillende vredesverdragen gesloten, waarbij Marrons als vrije mensen autonomie verwierven in het binnenland van Suriname. Andere groepen trokken na de hevige gevechten dieper het oerwoud in.
Steeds weer werden er nieuwe Marrongemeenschappen gevormd, zoals de Brooskampers onder leiding van kapitein Broos. Dit ging door tot de afschaffing van slavernij in 1863.
Op deze unieke foto gemaakt in 1862 zien we de Surinaamse vrijheidsstrijder kapitein Broos, leider van de Brooskampers. Tot aan de afschaffing in 1863 verzetten de Brooskampers zich tegen slavernij. In 1862 sloten zij een verdrag met de gouverneur en vestigden zich in het plaatsje Rorac. De bekende Surinaamse families Babel en Lantveld zijn nazaten van de Brooskampers, inclusief de Amsterdamse voetbalinternational Ryan Babel.
Als tweede afbeelding zie je een pagina uit het Archief Burgerregistratie van plantage Weglooperskamp uit 1863. Het is de pagina met de familienaam Babel, bovenaan de naam van Broos Babel, direct daaronder die van zijn moeder Daphina. Het archief wordt bewaard in het Nationaal Archief in Suriname.
