Amsterdam
Bron

De voorouders van de Amsterdammers Pilar (21), Minnie (19) en Idriss (8) Madimin kwamen vanuit India, Java, China, Afrika en Europa in Suriname terecht.  Hun familiegeschiedenis is nauw verbonden met het Amsterdamse kolonialisme van WIC, VOC en vooral de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Zij zijn nakomelingen van de Hindostaanse Kirpalia, de Javaanse Sanwiradji en de slaafgemaakte Soso Spoor. Over Soso vind je een aparte bron in dit thema.

Betovergrootmoeder Kirpalia werd geboren aan boord van het schip Chenab, waarmee haar ouders in 1912 uit India naar Suriname vluchtten. Hun relatie was in India niet toegestaan omdat ze tot verschillende kasten behoorden. Kirpalia’s vader Ratan Karansing was van Nepalese afkomst. Haar moeder was volgens de familieoverlevering een verstoten prinses. In Suriname konden zij een nieuw, ‘vrij’ bestaan opbouwen. Daar kwamen zij op plantage Mariënbosch terecht, waar ze in de suikervelden moesten werken.

Op de afbeelding zie de inschrijving van Kirpalia in het Hindostaanse immigratieregister na aankomst in Suriname. Ze kwamen terecht op plantage Mariënbosch aan de Noordoever van de Commewijnerivier. In het register staat ook het huwelijk met Rampersad opgetekend. Zij kregen twee kinderen, Ester en Juliana. Op de tweede afbeelding zie je de hele pagina, met ook andere inschrijvingen. De derde afbeelding is een foto van Kirpalia, genomen in de jaren '40.

Betovergrootmoeder Sanwiradji werd geboren in het district Kroya op Java. Als jong meisje werd zij geronseld om in Suriname op de plantages te gaan werken. In 1926 kwam zij aan op plantage Mariënburg, eigendom van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM). Op de vierde afbeelding van deze bron zie je haar identificatiekaart uit 1926. Op Mariënburg kreeg Sanwiradji een relatie met de eveneens Javaanse contractarbeider Madimin.

In 1824 werd de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) opgericht door koning Willem I. Als semi-staatsbedrijf was de NHM de 19de-eeuwse opvolger van de VOC en de WIC. De koloniale onderneming was actief in Nederlands-Indië en Suriname. Na de afschaffing van de slavernij kocht de NHM verschillende plantages in Suriname. De zware fysieke arbeid op de Surinaamse plantages werd verricht door contractarbeiders. 

 

Herkomst

Datering

1912

Collectie

Nationaal Archief Suriname, Hindostaanse Immigratie register

Nummer

inv nr 79_0043

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen